
Zoals die ene keer. Na een lange wandeldag konden we eindelijk de rugzakken, met een gevoelsgewicht van lood, op de grond laten vallen en onze schoenen uittrekken; het zat er op voor die dag. Na lang doorlopen hadden we dan toch een kampeerplekje gevonden en konden we de tenten opzetten.
Het was al laat en mijn ouders maakten iets te eten klaar, twee pannen wisselend op dat ene pitje. De maaltijd ging er in als koek, zo moe en uitgehongerd waren we wel. Omdat het al zo laat was dachten mijn ouders 'we zetten de afwas wel in de week, morgen is er weer een dag'. Zo gezegd zo gedaan. De twee pannetjes werden in elkaar gezet, water erbij, sopje erbij, laplandmokken en bestek erbij en lekker naast de tent laten staan.
De volgende ochtend kropen we fris en vol goede moed uit de tent. We wilden thee zetten maar dan moest wel eerst de afwas afgemaakt worden. De pannetjes stonden netjes naast de tent, daar waar we ze gisteren hadden neergezet. Maar nu wel als één groot blok ijs. Het heeft heel wat brandstof gekost om de boel te ontdooien en alle mokken en lepels uit het ijs te kunnen bikken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Dank voor je reactie, deze zal zsm op de site staan!
Met vriendelijke groet,
Buitenbok